De Cuvier dolfijn is de meest waargenomen soort van de spitssnuit dolfijnen. Voor het eerst werd er over deze dolfijn geschreven in 1823, door een Franse ontdekker. Deze ontdekker dacht dat het dolfijnen soort al uitgestorven was, er waren namelijk fossielen gevonden van dit soort. Dit is natuurlijk een zeer bijzonder iets, de dolfijnensoort kwam veel in de wereld voor. Toen allerlei nieuwe dingen werden gevonden van de Cuvier dolfijn, en later ook de dolfijn werd gespot, was het duidelijk dat er nog steeds exemplaren van dit soort leefden.
De cuvier dolfijn wordt soms ook de ganssnuitdolfijn genoemd. Het soort heeft namelijk een bijzondere vorm: het voorhoofd loopt langzaam uit naar een kleine bek. Wanneer de dolfijn zwemt, doet hij je wel denken aan een gans. De ganssnuitdolfijn kan allerlei kleuren hebben, zo zijn er exemplaren met een bruine, zwarte of witte kleur. Ook gevlekte Cuvier dolfijnen komen voor. Het soort vecht behoorlijk vaak, dit veroorzaakt vele littekens op het lichaam van mannetjes dolfijnen. De vin van de Cuvier dolfijn staat ver naar achteren. Als de Cuvier dolfijn duikt, kromt de rug steil, zo kunnen ze sneller de diepte in. Ze blijven meestal ongeveer 20 tot 40 minuten onderwater, waar ze jagen op de pijlinktvis. Deze inktvis leeft op grote diepte, waardoor het voor de dolfijn moeilijk kan zijn om te jagen.De Cuvier dolfijn leeft in groepen van ongeveer 25 individuen, maar groepen van 10 komen ook voor.